Informatie :
In deze fase willen we informatie geven en krijgen. We willen wederzijds kennis maken. Zeker bij nieuwe bewoners is dat het geval, maar ook wanneer men al enige tijd verblijft in huis. We gaan er nogal snel vanuit dat we de bewoner wel kennen en weten wat hij wil. De bewoner verandert echter, en vaak zelfs snel, eens in deze fase gekomen.
We willen de bewoner niet ‘binnenstebuiten draaien’. Het is niet belangrijk of we tot het laatste detail alles weten van de bewoner. Het is veel belangrijker om aan te voelen waar hij of zij mee bezig is.
Bij opstart willen we dit opzet van woonleefplan toch even kaderen aan de bewoner. Dat gaat hierover:
- Kennismaking met de begeleider/mentor. Wie ben je? Wat doe je? Waar kunnen bewoners je vinden? Hoe vaak ben je er ? Wat vind jij belangrijk ? Wat gaan jullie samen doen ?
- Woonleefplan: wat is dat ? Waarom doen jullie dat? Wat kan de bewoner verwachten? Hoe werkt dat ? Waar kan dit allemaal over gaan (de domeinen) ?
- En u: hoe gaat het met u ?
Uiteraard is dit geen monoloog. Dit is een gesprek. En doorheen dit gesprek leer je de bewoner al kennen. Je ziet waar hij op reageert. Je speelt daarop in. Je vraagt door.
Nee, deze fase is geen afname van een anamnese en ook geen levensverhaal. Vaak is dit al gebeurd bij opname. Doe dit niet nog eens. Als bewoners spontaan over hun leven vertellen, laat je dat uiteraard graag gebeuren. Lees vooraf de anamnese zodat je een aantal uitspraken of gevoeligheden kan kaderen.
In deze fase gaan we evenmin de bewoner testen of screenen op allerlei mogelijkheden of beperkingen. Het is voor ons doel niet belangrijk exact te weten wat hij kan of niet kan. Dat wordt duidelijker in de loop van het gesprek. Zijn er elders of op een eerder moment tests gebeurd dan kan je die altijd doornemen op voorhand. In dit gesprek echter willen we de nadruk leggen op relatie-opbouw, op participatie en op het geven van regie aan de bewoner over zijn toekomst.