top of page

Van individuele woonleefwensen naar een aanbod en woonleefklimaat

Naast een individueel woonleefplan per bewoner, zijn de woonleefwensen richtsnoer voor het leven in huis. Vanuit het woonleefplan wordt het leven van alledag mee bepaald.

De andere woonleefrollen vinden informatie om hun werk uit te voeren.

 

Zo heeft de activiteitenbegeleider genoeg stof om een dagbestedingsaanbod op te bouwen en dit regelmatig te toetsen op zijn relevantie. Eigenlijk weet hij van elke activiteit voor en door wie die er gekomen is en dus ook aan wie hij moet gaan vragen of dit nu is wat de bewoner goed vindt. Activiteiten komen er dus niet vanuit een Pinterest-bord (hoewel Pinterest heel hard kan helpen om een antwoord te vinden op een concrete vraag)

 

De livingbegeleider kent de belangrijke accenten om sfeer op te bouwen. Hij kan vanuit de woonleefplannen zorgen voor een thuisgevoel voor elke bewoner. Elke bewoner kan zijn plekje, muziek, bezigheid of sfeer hebben die hem helpt om zich te nestelen.

De buurtwerker heeft concrete agenda’s en vragen om mensen om hulp te vragen. Hij nodigt verenigingen uit in het woonzorgcentrum en zoekt contacten met buren en oude vrienden.. Je geeft mensen een reden om naar je woonzorgcentrum te komen en bindt hen op die manier aan een concrete bewoner of een concrete activiteit. Met een beetje geluk blijven ze actief nadat ‘hun’ bewoner is overleden, omdat ze zelf ‘zinvolheid’ hebben ervaren in hun vrijwilligerswerk.

De referent kan projecten in gang zetten die onze organisatie mogelijks op zijn kop zetten, en dit omdat bewoners aangeven dat ze wensen hebben. Zo kan bijvoorbeeld het ontbijt anders worden georganiseerd, of een fiets worden aangeschaft. Of een filmzaal worden ingericht… ‘

 

Jamaar, alles wordt dus toch ondersteboven gedraaid hierdoor?’, hoor ik u angstig vragen? Dat kan, maar het gaat geleidelijk. Noem het een kanteling. En het is niet het woonleefplan alleen dat dit doet… elders leest u hoe u als directie/leidinggevende een kanteling in woonleefklimaat voor mekaar kan krijgen.

Het woonleefplan kan echter wel de spil zijn om vraaggestuurd aan de slag te gaan en ook enkel die dingen te doen die voor bewoners belangrijk en relevant zijn. We voeren niets in omdat we dat ergens hebben gelezen of omdat het hip is. We doen het omdat het voor één of meerdere bewoners veel betekent. Dat is een heel ander uitgangspunt. Zo kan je per persoon zeggen hoe en waar die aan zijn trekken komt en kan je per ondernomen actie zeggen wie dat op welke manier ten goede komt.

bottom of page