top of page

Planning:


Welke acties plannen we? Hoe voeren we die acties uit ? In eerste instantie bekijken we met de bewoner welke ideeën die zelf heeft om tot actie te komen. Kan hij zelf iets doen? Kent hij iemand die kan helpen? Welke acties zou hij ok vinden en voor welke is die niet te vinden.

Hier kunnen naasten en vrijwilligers een belangrijke rol spelen. De uitbouw van een sterk netwerk rond elke bewoner is een strategie die goed werkt om een bewoner te laten genieten van mogelijkheden in zijn verdere leven. Via concrete vragen naar ondersteuning kan zo’n netwerk stilaan opgebouwd worden. Naasten (niet enkel familie maar ook vroegere vrienden, buren, ..) zijn vaak zoekend naar welke rol ze nog kunnen opnemen voor moeder/vader/broer/zus/buurvrouw. Hier kunnen concrete actiepunten zitten. Ook sommige vrijwilligers zoeken naar individueel contact met een specifieke opdracht. En via deze weg kunnen naasten misschien later vrijwilliger worden….

De planning gebeurt tussen begeleider en bewoner. Samen bekijken ze welke actie nodig is en aan wie een vraag moet gesteld worden. Dat kunnen uiteraard ook andere medewerkers van het woonzorgcentrum zijn.

Bijvoorbeeld:
Mevrouw Depré die graag wil breien, geeft aan dat ze een vriendin heeft die graag breit. Ze zou het fijn vinden als die vriendin wekelijks bij haar zou komen breien. Ze vraagt zich wel af of die vriendin vlot in het woonzorgcentrum zou geraken. Afgesproken wordt dat de begeleider contact neemt met de vriendin en polst of deze dat graag zou doen. Als mobiliteit een probleem is, bekijkt de begeleider met de dochter van mevrouw of die de vriendin zou kunnen meebrengen. Ze komt immers regelmatig langs.

Het mag duidelijk zijn dat de fasen van prioritering en planning door mekaar kunnen lopen. Stel dat er twee dingen echt belangrijk zijn. Voor een eerste wordt een doel afgesproken en meteen naar een actieplanning gekeken. Dan wordt het tweede thema vastgenomen en eveneens in een doel en actie gegoten.

Hier eindigt het gesprek. Spreek af dat u de acties in gang zet en zeker laat weten hoe het loopt. Spreek echter ook af wanneer u opnieuw zo’n gesprek zal hebben. Het is belangrijk dat de bewoner weet dat dit geen ‘Once in a lifetime’ was, maar dat dit terugkerend is.

 

bottom of page